17.5.09

9. Splinters in je hart

De zon was al weer bijna onder toen Myra klaar was met haar verhaal. Het was alsof ik midden in film had gezeten en nu weer terug was in de ‘normale’ wereld, niet goed weten wat nou wel en niet echt is.
Het duurde lang voordat ik me realiseerde dat Myra op een reactie zat te wachten. Met vragende ogen keek ze me aan, niet goed wetend of ze nu voor altijd onze vriendschap had beschadigd door de grote hoeveelheid informatie die ze me had verteld. Of dat het juist een hoop had opgelost. Ik moest er zelf ook nog even over na denken, maar ik kon moeilijk weglopen en niks zeggen. Langzaam begon ik aan een zin maar alles wat ik wilde zeggen was niet wat ik bedoelde of voelde.
‘Het is gewoon veel en anders.. en totaal niet wat ik verwacht had. Maar toch zo ontroerend en ik ben zelfs een beetje jaloers.. Dat jullie zo’n hechte familie zijn.’
‘Het is ook veel, maar jaloers hoef je niet te zijn. Want echte familie warmte voelen we niet meer. Die warmte verdween toen ons bloed stopte met stromen.’
‘Er is nog zo veel dat ik wil weten...’ ik wachtte even en zag dat Myra enigszins opgelucht was ‘Maar voor vandaag was het meer dan genoeg.’
‘Dat snap ik. Kom we gaan, jou ouders zullen je vast thuis verwachten.’
We stonden op en zonder een woord te zeggen liepen we terug naar mijn fiets.
‘Tot morgen dan maar’ zei ik, nog steeds met een heel vreemd gevoel wat ik nooit goed zal kunnen omschrijven, maar wat vaker zou komen naarmate ik meer te weten zou komen over Myra en haar familie.
‘Tot morgen!’ zei Myra en ze bleef staan tot ik weg was. Hoe ze thuis kwam weet ik niet want ze had geen fiets mee, maar wie weet kon ze ook wel vliegen… Ik zuchtte, hoe was ik ooit bevriend geraakt met een vampier. Word ik niet wakker straks en blijkt het allemaal een droom te zijn… Dat zou ik niet willen want ondanks dat ik geen enkel idee heb of het wel veilig is had ik toen ik thuis kwam het gevoel dat dit wel eens een vriendschap zou kunnen worden zoals het hoort. Of zoals ik altijd dacht dat het moest zijn..

School werd vanaf dat moment iets totaal anders. Niet meer iets wat de dagen beheerst en een sleur die je koste wat kost probeert te verbreken. Maar een ritme van een achtergrondmuziek, wat er voor zorgt dat je dagen een basis hebben maar wat niet de moeite waard is om te herinneren. Natuurlijk was Myra er ook bij sommige lessen maar dat veranderde de achtergrond muziek niet. De uren na schooltijd die we samen doorbrachten waren het opstaan in de vroege ochtend waard. Aangezien Myra niet hoefde te slapen bleef ze vaak stiekem tot laat bij mij op de kamer en kletsen we over van alles en nog wat. Gewone mensen zaken en soms ook over het vampier zijn en haar familie.
De mensen op school vonden het niet eens heel gek dat we opeens zulke goede vriendinnen waren en zelfs Katja, Lieke en Ylse vonden het niet erg dat ik nog maar weinig met hen omging. Normaal had het me pijn gedaan om te zien hoe slecht ik eigenlijk bevriend was met mensen die ik vroeger vriendinnen noemde maar nu vond ik het alleen maar fijn dat ze niet moeilijk deden over Myra. Wij hadden genoeg aan elkaar en ‘ons geheim’. Alleen Jordi gaf het niet op. Ik dacht al lang dat hij weer een ander had maar toen Myra op een avond weer eens gezellig bij mij zat te kletsen kreeg ik ’s avonds laat een smsje van hem.

Katika komt optreden in het centrum zaterdag. Ik heb 2 kaartjes, zin om mee te gaan? X

Zoals het gaat met Myra had ze al voor dat ik ook maar me om kon draaien om m’n telefoon te pakken het smsje gelezen en keek me vragend aan.
‘Heb jij iets met Jordi?’ vroeg ze
Ik moest me inhouden niet heel hard te gaan lachen toen ik zag dat ze zich duidelijk beledigd voelde door het feit dat ik haar nooit verteld had over mijn vriendje.
‘Ja, ow, heb ik dat nog nooit verteld? Wat gek, sorry..’
‘Waarom heb je dat nooit verteld? Dat is toch iets wat ik hoor te weten!’
Ik hield het niet meer en gierde het uit van het lachen.
‘Haha, je gelooft het ook echt! Wat denk je wel niet van me! Jordi?!’
‘Nou dat weet ik toch niet…’ zei Myra beteuterd ‘ Ik ken hem niet echt hoor, en z’n bloed ruikt best oké.’
‘Pff, zal best. Maar hij is niks voor mij. Vanaf het begin van het schooljaar zit hij al achter me aan! Ik weet echt niet wat ik hier nou mee moet ik dacht dat hij al lang een ander had.’
‘Gewoon terug smsen: 2 kaartjes? Leuk, Myra heeft Katika nog nooit life gezien.’
‘Aah, nee dat is gemeen. Ik zeg morgen wel tegen hem dat ik het aardig vind dat hij me uitnodigde maar dat hij beter met iemand anders kan gaan.’
‘Met wie zou je wel mee gaan als hij je uit zou nodigen?’ vroeg Myra
Toen was ik even stil. Ik had niet alleen weinig aandacht geschonken aan de mensen op school maar ik had ook niet echt meer aandacht voor jongens om me heen.
‘Weet ik niet.. Ik vind niemand leuk op het moment.’
‘Ah, jammer..’
‘Hoe zit dat eigenlijk met jou? Kun jij wel verliefd worden?’
‘Nee. Niet op mensen omdat het te gevaarlijk is.’
‘Ow, dat met die emoties die dan te sterk worden enzo…’
‘Precies. Maar ik was vroeger wel verliefd. Ik heb alles opgegeven voor de liefde van wat toen nog mijn leven was.’
‘Echt? Wat romantisch!’ ik zag Myra’s gezicht en herstelde me. ‘Maar, wat is er dan gebeurt?’
‘Pak maar vast wat zakdoekjes want dit verhaal heeft geen happy ending..’ zei Myra. En voor ik het wist zat ik weer diep ik een verhaal dat begon bijna 2 eeuwen geleden…

Myra’s liefdes tragedie
Het was 22 april 1822. Anton van Sinkel, een goede vriend van mijn vader, opende een zaak die later uit zou groeien tot het eerste Nederlandse warenhuis. Je weet wel, “de winkel van Sinkel”. Na de publieke opening van de zaak was ons hele gezin uitgenodigd bij Anton thuis om te komen eten. Het waren aardige mensen en ik kwam er al sinds mijn 4e regelmatig over de vloer omdat zijn dochter, Janne, even oud was als ik en mijn vader het wel handig vond als wij het goede vrienden zouden worden. Dat gebeurde natuurlijk niet, misschien juist omdat hij het wilde, maar in ieder geval zag ik een beetje tegen het etentje op omdat Janne het wel nog steeds leuk vond om met me op te trekken ondanks het feit dat ik haar zo vaak mogelijk ontweek.
Onder dit feest diner kon ik echter niet uitkomen dus wij stapte opgedoft en wel om stipt 6 uur hun huiskamer binnen waar de familie Sinkel al klaar zat aan de eettafel. We werden vrolijk onthaald en het diner kon meteen beginnen. Ik kan me niet meer goed herinneren hoe het eten smaakte maar ik denk dat het wel gesmaakt heeft want alles ging op. Halverwege het hoofdgerecht vroeg Anton of ik even een fles wijn wilde gaan halen uit de schuur. Janna was bezig met het toetje en ik wist de weg wel, dus ik stond op om naar de schuur te lopen. Het was donker toen ik buiten in de tuin kwam maar ik kon het schuurtje goed zien. Ik stapte het schuurtje in en zocht naar het lichtknopje. Blind door de duisternis tastte ik om me heen terwijl ik me probeerde te herinneren hoe het schuurtje er van binnen uit zag. Mijn linker hand raakte iets kouds, het leek een steen ofzo maar ik kon me geen stenen beeld herinneren. Langzaam tastte ik verder tot ik me realiseerde dat het een gezicht had. Ik gilde het uit maar voor ik er erg in had werd er een hand voor mijn mond gedaan en al het geluid wat uit mijn keel kwam werd gedempt. Een prachtige mannen stem fluisterde geruststellend in mijn oor: “Stil maar, ik wilde je niet laten schrikken. Ik wilde stiekem een flesje wijn mee pakken aangezien Anton nu toch wel wat kan missen.” Ik zuchtte en voelde mijn spieren die, blijkbaar allemaal aangespannen waren geweest, ontspannen. De stevige hand die tot voor kort mijn mond had afgesloten reikte me nu een fles wijn aan. “Deze is heerlijk.” fluisterde de onbekende man en ik voelde hem knipogen.
“Wie ben je?” fluisterde ik het donker in, nog steeds geen enkel idee met wie ik stond te praten.
“François Soyé” was zijn antwoord. Ik moest moeite doen mijn lach in te houden. Hij merkte dat blijkbaar maar ging er niet op in. Waarschijnlijk kreeg hij dat vaker te horen.
“Wil je een glaasje wijn?” vroeg hij geheel onverwachts.
Even wist ik niet wat ik moest doen. Alles in mij riep dat het onverstandig was en dat mijn ouders me nu al aan het zoeken waren. De andere helft riep dat ik moest gaan, dat het eten saai was en dat ik best eens wat avontuur kon gebruiken. Ik besloot het laatste en aantrekkelijkste te kiezen en fluisterde haast onhoorbaar ja. Voor ik het wist had hij me opgetild en naar buiten gedragen. Nu moest ik wel hardop lachen en zag in het licht van de maan dat ook hij moest glimlachen. Hij was prachtig! De knapste jongen die ik ooit had gezien, donkere haren, zwarte ogen en een gespierd lichaam. Alles aan hem trok me en ik hoopte toen al dat hij me nooit meer los zou laten.
Hij nam me mee naar een perfecte plek voor een romantische date. Een omgevallen boomstam bij een meertje waar de maan prachtig in weerkaatst werd. Het was een heldere warme avond en er waren miljoenen sterren te zien. Ik dacht dat ik droomde maar dat was niet zo, ik was smoor verliefd.
Wat ik toen nog niet wist en waar ik pas een jaar later achter zou komen was dat hij een vampier was en dat hij die avond helemaal niet op zoek was naar wijn maar het op mij had gemunt. In die tijd was het voor vampieren nog niet bekend dat dieren bloed voldoende was en kregen vampieren zoals hij dus regelmatig last van schuldgevoel tijdens het jagen. Zo was het ook met mij.
Op het moment dat ik hem aanraakte was hij zo ontroerd door de onschuldigheid en de warmte die ik uitstraalde dat hij het niet aan kon. Hij ging tegen al zijn principes in door me uit te vragen en ook hij viel als een blok voor mij. Al snel dacht hij dat de reden van zijn eeuwige leven was dat hij mij zou ontmoeten en we waren onafscheidelijk.
Natuurlijk is een relatie met een vampier niet altijd even fijn. Hij was altijd koud, kon niet zoenen of ander intiem contact met mij hebben omdat hij zijn emoties dan niet meer onder controle had. We zouden nooit echt samen kunnen zijn zolang ik gewoon mens was en hij vampier. De enige mogelijkheid om echt samen te kunnen zijn was als ik vampier zou worden. Na 2 jaar samen zijn besloot ik dat ik dat wilde. Als ik te lang zou wachten zou ik uiteindelijk een grijs oud omaatje zijn en zouden we ons niet meer samen onder de gewonen mensen kunnen begeven.
Ik was bereid alles op te geven voor hem. Mijn sterfelijkheid, de warmte, de mogelijkheid tot het krijgen van kinderen, het proeven, drinken, eten, slapen en niet te vergeten de zon. Alles wat een vampier niet meer kan en altijd mist en waar alle vampieren naar verlangen na enige jaren wilde ik voor hem opgeven. Hij was echter niet bereid mij tot vampier te maken omdat hij wist hoe erg het was. We hebben verschrikkelijk geruzied, zijn bijna uit elkaar gegaan maar konden nooit langer dan een week uit elkaar blijven. Ik besloot dat ik een goede vriend van hem zou vragen mij tot vampier te maken. Frans zou het nooit durven omdat hij zo veel van me hield bedacht ik me, dus moest het anders. Ik wilde voor altijd bij hem zijn want ik wist dat ik nooit meer hetzelfde voor iemand anders kon voelen.
Drie nachten later was ik een vampier. Ik ga je niet alle details van het vampier worden vertellen maar één ding staat vast. Het doet pijn, verschrikkelijk veel pijn en alles is anders. Het is heel verwarrend zo goed te kunnen horen, zo snel te zijn en zin te hebben in bloed.
Die drie nachten had een andere vriend van Frans hem afgeleid en nu was het mijn beurt hem te verassen. Ik kon hem makkelijk vinden want hij was gewoon in zijn huis. Ik hoefde niet meer aan te bellen want ik kon nu net als hij door het raam naar binnen glippen. Ik ging op zijn bed zitten en wachtte tot hij naar bed zou gaan. Een paar minuten later kwam hij al naar boven en ik was zo benieuwd wat hij zou zeggen als hij mij zou zien dat ik haast niet durfde te ademhalen. Nou hoeft dat als vampier ook niet, maar dat was nog een menselijk trekje wat ik in die paar uur nog niet kwijt was.
Langzaam ging de deur open en kwam hij naar binnen strompelen. Zodra hij de kamer binnen kwam lichtte zijn ogen fel op. Even leek het alof hij boos zou zijn. Toen kwam hij heel rustig naar me toe, keek even heel verdrietig en zoende me toen voor het eerst. Ik was in de wolken. Die nacht ben ik ook ontmaagd maar dat was het enige wat ik wilde. Met hem zijn, voor eeuwig. Natuurlijk vond hij het wennen dat ik niet meer sterfelijk was en dat we nu wel eindelijk voor eeuwig bij elkaar konden zijn. Maar wat ik me niet realiseerde is dat hij zich ook meteen minder aangetrokken voelde tot mij. De tijd verliep langzaam en hij deed nog wel lief tegen me maar ik voelde, voor zover vampieren nog kunnen voelen, dat hij niet meer van me hield zoals hij deed toen ik nog mens was. Na een jaar al liep de emmer over en gooide ik alles wat me dwars had gezeten sinds ik vampier werd eruit. Hij vertelde me dat hij hier al bang voor was geweest en dat hij me daarom niet wilde omvormen. Hij vond me egoïstisch dat ik vampier was geworden, dat ik geen rekening had gehouden met zijn gevoelens en alleen maar had gedacht aan mezelf en dat ik eeuwig bij hem wilde zijn. Die ruzie duurde weken maar we hebben het uiteindelijk recht gezet, maar ik wist dat die wond nooit meer helemaal zou helen.
Met de jaren begon ik te begrijpen hoe stom ik was geweest. Eeuwig samen is zo veel langer dan mensen denken. Een mensenleven samen is al meer dan mensen zich realiseren. Ook ik begon te merken dat ik minder van Frans ging houden, de passie stopte en dat deed me zo veel pijn dat ik mezelf heb opgesloten in de kelder van ons huis, hopend dat het enige wat ik nog zou willen Frans was als ik er weer uit zou komen. Frans gaf nog wel om me en probeerde me uit de kelder te krijgen maar het lukte hem niet. Na 3 weken kwam ik de kelder uit, te moe om te jagen maar dood kon ik toch niet. Frans voerde me vers bloed en langzaam kwam ik weer op gang. Toen ik zelf weer kon jagen is Frans weggevlucht terwijl ik op jacht was. Hij liet een briefje achter op de keukentafel”

Liefde stopt, als het hart niet meer klopt.
Voor eeuwig zonde. Wees voorzichtig.


Drie zinnen die mijn hart dat al gebroken was in nog kleinere stukjes scheurde waardoor ik niet dacht, en nu ook niet meer denk dat er ooit nog iemand die splinters aan elkaar kan lijmen. Vanaf toen was ik niet alleen vampier met een eeuwig leven voor de boeg. Ik had ook niemand meer om mijn leven mee te delen.