Iedere ochtend is het moeilijk om uit bed te komen. Vrijdag ochtenden is meestal niet mijn zwakste ochtend maar vandaag duurde alles langer. Om echt snel uit bed te komen bedenk ik me altijd waarom ik uit bed kom. Vandaag was de rede duidelijk het wandelen met Myra en eindelijk het antwoord krijgen op mijn vragen. Maar ergens in mijn achterhoofd knaagde iets wat me onzeker maakte. Een gevoel wat ik nog niet vaak had gevoeld. Wat als Myra nogsteeds ziek was? Wat als ze me wel ontweek? Maar alle vragen werden overstemt door een stem die schreeuwde: Je maakt je druk om niks. Als je helemaal niet gaat zul je het nooit weten. Als jij niet gaat en je laat haar zitten ben je nog verder van huis.
Ik stond op, kleedde me aan en ontbeet in 10 minuten. Sprong op mijn fiets en racete naar school. Precies op de bel reed ik het schoolplein op en was net voordat de deur dicht ging binnen. Blij dat ik net op tijd was zodat ik niemand tegen kwam op de gangen die een uitgebreid verhaal aan me wilde ophangen, glipte ik met een lach op mijn gezicht het natuurkunde lokaal in. Die lach zou de rest van de dag waarschijnlijk blijven zitten want de eerste die me opviel was Myra, gewoon op haar plek, totaal niet ziek, klaar voor de wandeling van die middag.
“Goeie morgen” zei ik vrolijk
“Hoi.”
stilte… Ze keek me niet eens aan.
“Was je ziek gister?”
“Ja, was niet zo lekker.”
“Heb je nog wel zin in vanmiddag?”
Nu keek ze me pas aan. En in haar ogen las ik een gevoel wat ik zo vaak had maar niemand ooit merkte. Een soort onzekerheid die niet gaat over durvren maar over jezelf pijn doen.
“Als je niet wil, als het nog te vroeg is, hoeft het niet.” fluisterde ik nu, Hopke was al begonnen met de les.
Meteen veranderde haar onzeker blik in een warme lach.
“Dankje, maar vanmiddag lijkt me leuk.”
“Mooi, gezellig.” antwoordde ik opgelucht.
De rest van de les verliep stil maar niet ongemakkelijk. We voelden allebei dat hetgeen waar we het over wilde hebben niet te bespreken viel in de natuurkunde les.
Aan het einde van de dag liepen we samen de school uit en fietsen zonder wat te zeggen naar het bos. Stilte voor de storm bedacht ik me. Toen we de fietsen hadden weg gezet wilde ik net het ijs breken toen Myra me voor was.
“Ik was niet van plan mee te gaan weet je.”
toen ik niet reageerde ging ze door.
“Ik zou helemaal geen contact moeten leggen met mensen. Voor je het weet ben ik weer weg. We verhuizen veel. Maar jij voelt me zo goed aan. Ik ben nog nooit iemand tegen gekomen die me zonder uitleg al zo goed snapt en ik ben op veel plekken geweest geloof me.”
“Bang om jezelf pijn te doen.” zei ik.
Ze knikte.
“Ik ken het, maar ik verhuis niet, ik laat mensen hier gewoon niet dichtbij komen.” meer uitleg had ze niet nodig.
“Waarom verhuizen jullie zo veel dan?” vroeg ik. De vragen of ze haar vrienden mist of een vriendje heeft kon ik meteen wel schrappen.
“We kunnen niet te lang op dezelfde plek blijven wonen.”
“Zijn jullie op de vlucht?” vroeg ik geschokt.
“Soort van ja…. Ow, waar ben ik mee bezig. Het is echt beter voor je niet verder te vragen!”
“Normaal doe ik geen moeite om mensen te leren kennen. Meestal wil ik mensen niet leren kennen, bang dat ze me pijn doen als ze me beter leren kennen. Maar bij jou heb ik die rem niet. Waarom?”
“Ik weet het niet, de meeste mensen hebben het juist wel bij mij en niet bij anderen. Daarom doe ik ook zo iets stoms als afspreken met jou, als mijn ouders er achter zouden komen…”
“Dus jullie hebben echt een geheim wat je niet kwijt kan. Jullie vluchten steeds omdat anders mensen achter jullie geheim komen.”
“Ja, laten we het daar maar op houden.”
“En je gaat me niet vertellen wat het is ook al schreeuwt alles in je het wel aan mij te vertellen.”
“Ja.”
“Dus je gaat de rest van je leven met je ouders mee vluchten voor iets waar jij mede verantwoordelijk bent omdat je nou eenmaal hun kind bent.”
“Nee, het is mijn eigen schuld.”
“Je ouders vluchten voor iets wat jij hebt gedaan?”
“Nee, ja, nou.. Ik kan het niet Anna.”
“Jij moet niet bang zijn dat mensen je pijn doen als ze te dichtbij komen. Jij moet bang zijn dat je jezelf pijn doet omdat dat geheim je van binnen op eet.”
“Die pijn is minder dan de pijn die ik mijn familie zou aandoen.”
“Ik zou je familie nooit verraden.”
“Dat zeg je nu, maar als ik je mijn geheim vertel dan zul je nog banger zijn voor me dan je nu bent. Je zou niet alleen figuurlijk bang zijn dat ik te dichtbij kom, maar ook letterlijk.”
Even moest ik denken aan de angstdromen die ik de laatste tijd heb gehad. De nachtmerrie over het verlaten veld, de zwarte schim, de rillingen die ik iets te vaak heb gehad deze week. Waren het allemaal waarschuwingen?
“Je kunt nu niet meer terug.” mompelde ik, deels in mezelf maar Myra had het duidelijk gehoord.
“Jawel, we gaan weer verhuizen. Morgen. Daar zorg ik wel voor.”
“Nee!” schreeuwde ik. Angstig keek ik haar aan. In haar ogen zag ik pijn.
“Ik beloof dat ik niet weg zal vluchten, jij zou mij geen pijn doen, dat zie ik aan je. Verder heb ik niks te vrezen.” zei ik.
Myra keek naar de bosgrond. Ze was duidelijk aan het afwegen wat ze zou zeggen.
“Wat nou als ik een monster ben.” vroeg ze. Even moest ik slikken.
“Zou je mij pijn doen?”
“Ik zou het niet willen. Maar ik kan niks beloven.”
Nu kon ik niet meer slikken. Er zat een enorme brok in mijn keel.
“Heb je ooit iemand die je liefhad pijn gedaan?” het kwam er beter uit dan ik had verwacht. Ik trilde overal en dacht dat ik alles er uit zou stotteren.
“Nee, nog niet. Maar je kan je niet inbeelden hoe moeilijk het soms is om me in te houden.”
Ik snapte er niks van, niks in me kon bedenken wat ze was of wat ze bedoelde. Ze was geen moordenaar, ze had nog nooit iemand pijn gedaan die ze lief had maar ze was wel een monster.
“Je bent niet vrijwillig wat je bent, of wel?” vroeg ik.
“Het is mijn eigen schuld, maar als ik de keuze had was ik geen monster meer.”
Een tijdje liepen we zwijgend naast elkaar, allebei in onze eigen gedachten verzonken. Ik probeerde erachter te komen wat zij was. Zij probeerde er waarschijnlijk achter te komen of ik het waard was. Waard en sterk genoeg haar geheim te bewaren.
We waren al bij de fietsen maar ik was niet van plan zonder antwoord weg te gaan. Ik had werkelijk geen idee.
“Ik kan het aan hoor. Je geheim. Wat het ook is.”
“Dat weet ik, ik zie het. Maar als je het eenmaal weet, kun je niet meer terug. Je zult in ieder geval aan me vast zitten tot we weer verhuizen.”
“Tot morgen dus.” grapte ik, maar dit was niet het moment voor grappen.
“Ik zal het op een briefje zetten. Dan hoef ik niet te liegen tegen mijn ouders als ik zeg dat ik het je niet heb verteld en dan kun jij het briefje verbranden als je niks meer met me te maken wil hebben.”
Ze had er duidelijk over nagedacht. Ik kon me niks bedenken wat zo erg was dat ik niks meer met haar te maken wilde hebben maar besloot het zekere voor het onzekere te nemen en gewoon het briefje aan te pakken. Ik knikte.
“Dankje, wat het ook is, ik hou het geheim. Zelfs als ik niks meer met je te maken wil hebben. Maar dat is onmogelijk denk ik.”
Myra knikte alleen maar. In haar ogen was enige opluchting te bekennen maar nog steeds was er een soort gevangenis van geheimen die haar ware aard verhulde.
“Hoe kan ik contact met je opnemen als ik nog meer vragen heb. Ieder antwoord zorgt alleen maar voor meer vragen.”
“Mijn e-mailadres staat er ook op. Ik ben dit weekend weg maar je kunt me wel mailen.”
“Goed. Ik mail je sowieso wat mijn beslissing is, beloofd.” Ik stapte naar haar toe om haar een afscheidsknuffel te geven. Maar ze ontweek me en stapte op haar fiets.
“Je moet niks beloven, belofte maakt schuld.” En weg was Myra.
Voor de zoveelste keer liet ze me vol twijfels achter maar dit keer lag het antwoord op zoveel vragen in mijn hand. Ik durfde het nog niet te openen, als of het de doos van pandora was en alleen maar meer rampen zou veroorzaken. Rampen, problemen.. vragen waren mijn vijand tot nu toe. Misschien was Myra dat wel voortaan mijn vijand of mijn grootste angst. Ze had me wel een beetje bang gemaakt, maar de nieuwsgierigheid zou toch winnen, dat wist ik nu al.
Zodra ik thuis was rende ik naar mijn kamer en plofte op bed. Het briefje legde ik op mijn kussen voor me. Zo’n klein briefje wat zo’n groot raadsel kon oplossen. Wat nou als ik nu gelukkiger ben dan na het lezen van het briefje. Wat als Myra echt een verschrikkelijk monster is. Maar alles wat ik tegen mezelf zei maakte niet uit want stiekem wist ik al dat wat ik ook zou denken dat briefje zou ik toch lezen.
“ETEN!!”
Moet dat nu. Misschien is het wel beter, zonder groot geheim is het makkelijker eten. Maar na het eten zou ik het briefje echt openen en Myra mailen. Wat het ook is ik was niet van plan haar te laten vallen voor een geheim. Iets wat ze zelf ook spijt van heeft. Want ze is niet graag een monster, dat zag ik ook.
Het eten was nog lekker maar ik was bang dat ik door het grote geheim wat Myra al duidelijke enige jaren verteerd mijn eetlust voorlopig kwijt zou raken. Toen we van tafel mochten liep ik sjokkend naar boven alsof ik nu al een zware last op mijn rug had. Ik ging op mijn bed zitten en pakte het briefje. Langzaam opende ik het briefje. Voor ik het helemaal geopend had sloeg ik het weer dicht. Was dit een grap! Wilde Myra me voor de gek houden? Dacht ze dat ik niet nuchter genoeg was om er achter te komen dat dit helemaal niet bestaat. Waarom zou ze er vanuit gaan dat ik haar zou geloven, wat is er leuk aan mensen pijn doen op deze manier. Hun vertrouwen winnen en vervolgens doen alsof het een grap is. Waarom?!
Maar ze had helemaal niet gedaan alsof het een grap was. Ze was heel serieus en had er zo lang over nagedacht of ze het wel wilde vertellen. Wat nou als het wel waar was. Dan was ze inderdaad een monster. Dan was ik de hele tijd in gevaar geweest. Maar waarom had ze me niet aangevallen? Ik moest en zou haar mailen want als dit waar was moest ze het bewijzen, zo van een briefje geloofde ik het niet.
Nog een keer vouwde ik het papiertje open en staarde naar dat ene woord wat de rest van mijn leven in de war zou brengen. Behalve haar e-mailadres stond het er. Myra was een…
Vampier
13.1.09
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ik kijk hier serieus elke dag of dr al een nieuw hoofdstuk bijstaat, kan je je de totaal opgetelde teleurstelling voorstellen!?
BeantwoordenVerwijderen