28.1.09

7. What's next?

vampier.
vampier.
vampier.

In mijn hoofd waar normaal zoveel vragen en gedachtenspinsels ronddoolden was nu alleen een echo te horen van dat ene woord. Er drong niets door de muur heen die zich om me heen bevond, opgebouwd uit simpelweg één woord.
Langzaam, heel langzaam kwamen er ook vraagtekens… vampier.. vampier? Myra? Ik, Myra, vampier?
Blij dat ik geen gesprek hoefde te voeren met iemand op dit moment omdat er slechts gestotter en rake gezichtsuitdrukkingen van mijn kant zouden komen, zuchtte ik diep en probeerde mezelf bij elkaar te rapen. Wat er ook zou gebeuren, of ik totaal de weg kwijt zou raken het raam uit zou springen, een koude douche zou nemen, heel veel chocola zou gaan eten, alle boeken over vampieren nog een keer zou gaan lezen, tot mijn ogen dicht vallen achter internet zou gaan surfen over vampieren of wat er dan nog overbleef te doen als shock reactie op het verontrustende feit dat de enige persoon bij wie ik me in mijn hele leven meteen op mijn gemak voelde een mythisch wezen bleek te zijn, ik zou eerst Myra mailen. Maar wat…
In een trance door de stortvloed van vragen die opgehoopt waren achter een dijk van verbijstering en nu door mijn hoofd stroomden als een tsunamie deed ik de computer aan en probeerde de vragen op een rijtje te krijgen. Maar geen enkele vraag was logisch want ik realiseerde me dat ik niet wist wat een vampier was. Ik wist de mythische variant ja, de bloeddorstige, moordende, misleidende schoonheiden, niet in daglicht kunnen komende, vleermuis variant. Maar niks van dat alles leek te kloppen. Myra kon gewoon naar school overdag, had niet een horde jongens achter zich aan lopen omdat ze zo verleidelijk was en ik kon me niet voorstellen dat ze moorden kon plegen. Wat was ze dan voor vampier?
In een ander deel van de vragen-tsunamie kwamen er een paar puzzelstukjes op z’n plaats. De mooie witte huid, de prachtig witte tanden en de ogen die door je heen keken. De perfectie gratie waarmee ze liep en de wijsheid die ze uitstraalde. Maar niet alleen Myra, ook haar moeder, Claire, was zo. Maar toch leek het allemaal onzin. Vampieren bestaan toch niet… Maar stiekem hoopte ik dat dit niet een of andere slechte grap was, dat er eindelijk iets speciaals gebeurde met mijn leven, dat ik net als die meisjes uit films en boeken een keer de hoofdrol speelde maar dan ik mijn eigen leven. Helaas was het een stuk moeilijker dan ik dacht, want bij een gewoon leven was er geen script waar je je aan moest houden en kon je niet vast het laatste hoofdstuk lezen of er een happy ending was. Was er wel een happy ending in het gewone leven?
Voordat ik nog verder kon afdwalen in ontmoedigende gedachten richtte ik mijn aandacht op de computer die ondertussen helemaal opgestart was. Wat ging ik mailen? Ik dacht terug aan die middag in het bos, het leek weken geleden, en herhaalde in mijn hoofd wat ik had beloofd. Goed. Ik mail je sowieso wat mijn beslissing is, beloofd. Niet denkend dat ik ooit zou twijfelen over die beslissing. En de reactie van Myra, die al wist dat het niet zomaar iets was wat je iedere dag in vertrouwen, ja vertrouwen want het moest zeker geheim blijven. In een flits zag ik Myra in een labaratorium door reageerbuizen en enge proffesoren omringd liggen. Ik rilde.. Een geheim was het, eentje die je niet iedere dag te horen krijgt. Ze had gezegd: Je moet niks beloven, belofte maakt schuld. Even hoopte ik dat het gesprek deel uit had gemaakt van mijn fantasie, dat ik niet gedwongen was door mijn plichtsgevoel om haar te mailen dat ik niet wist wat ik met haar aan moest. Maar ik bedacht me ook dat het gevoel wat ik had bij Myra, het vertrouwen dat me zeker maakte van een ijzersterke vriendschap, of het nou deel van de vampieren magie was of niet, belangrijker was dan mijn angsten die voornamelijk bestonden uit onwetendheid.

Lieve Myra,
Dankjewel dat je me in vertrouwen neemt.
Maar ik heb geen idee wat je bent. Vampier zegt me niks behalve de verhalen uit films en boeken. Wat ben je echt?
xx Anna

Was dat genoeg? Wist Myra dan ook dat ze wel vrienden wilde blijven.. Misschien want als Myra constant de neiging had mensen leeg te zuigen moest ze misschien toch een andere vriendin zoeken. 100 keer las ik het mailtje over maar ik had geen idee hoe ik het anders moest formuleren. Misschien was het reageren op zich al een groot genoege opluchting voor haar en zou ze uit leggen wat ze nou echt was. Net als dat je aan een naam niet kan zien wie iemand is, kon ik aan het woord vampier niet zien wat Myra voor wezen, monster, mens of wat dan ook was. Verzenden. En wachten maar…

Slapen kon ik toch niet dus ik besloot te gaan douchen om tot rust te komen en het angstzweet van deze dag van me af te wassen. Niet dat het wat hielp want nadat ik uit de douche kwam keek ik meteen of ik al antwoord had, alsof Myra in een half uurtje zou antwoorden. Tot mijn verbazing had ze het gedaan ook maar dat was nog niet de grootste verbazing. Haar antwoord sloeg alles.

Anna,
Je hebt geen idee hoe blij ik met je ben. Trek wat warms aan en kom naar buiten, ik zie je over een half uurtje op het hekje naast het weiland van de familie Kurtte. Dan leg ik alles uit.
x

Het eerste wat ik merkte na een paar minuten was dat alles om me heen ging draaien. Ik vergat te ademen en het kostte me dr grootste moeite om mijn ademhaling weer op gang te krijgen. Ik was niet zo geschrokken omdat ze me wilde spreken terwijl ze eingelijk weg zou zijn dit weekend. Maar om de plek. Kraakhelder zag ik de droom voor me die ik nu al meer dan een week geleden had. Ik was hem al weer helemaal vergeten maar door alles wat er vandaag was gebeurt en nu dit mailtje herinnerde ik me de angst, de schim, de koe. Was Myra de schim geweest? Iets in me zei dat ik het al die tijd al wist, alleen nog geen bewijs had. Ik wist alleen nog niet of mijn gedachten wel genoeg bewijs waren want die sprongen van de hak op de tak en hadden ondertussen al tig redenen bedacht waarom Myra me daar wilde spreken. De enige manier om er achter te komen wat waar was, was om naar het hekje van de familie Kurtte te gaan.
Met bevende handen trok ik mijn warmste trui aan en een oude spijkerbroek. Ik probeerde te achterhalen wat mensen in horror films altijd deden om vampieren van zich af te houden. Houten staken, knoflook, vuur, zilveren kogels.. Of waren dat weerwolven. Bestaan weerwolven ook? Ik werd gek van mezelf en de domme gedachte dwarrels. Maar het enige waar ik echt gek van werd was de onwetendheid. Ik liep zonder trillende handen mijn kamer uit en sloop het huis uit. Mijn ouders zouden toch niks merken en anders bedacht ik wel een smoes als ik betrapt werd op mijn weg terug naar bed. Als ik terug in bed zou komen… Wat als Myra mij leeg wilde zuigen, niemand zou het merken op het hekje daar. Als ik ’s ochtends gevonden werd door Lieke dan zou de politie denken dat ik tijdens het uitgaan te veel had gedronken en aangereden zou zijn door een auto. Misschien dat ik versleept was door een stel dronken vrienden zodat ze me makkelijker terug zouden vinden en dat er daarom geen bloed te vinden was terwijl ik wel ernstig veel bloed was verloren. Ze zouden niemand kunnen vinden die er iets meer vanaf wist en Myra zou gewoon weer een volgend slachtoffer kunnen zoeken en inpalmen door haar geheimzinnigheid en de ongezonde drang naar antwoorden van de domme mensen in dit dorp. Zo zelfverzekerd als ik was toen ik zonder trillende handen mijn kamer uit stapte zo bang was ik nu. Zelfs het teentje knoflook dat ik voor alle zekerheid voor zover je in deze zee van onzekerheden iets zeker kon weten bracht geen rust.
Trillend stapte ik van mijn fiets en stapte richting de zwarte schim op het hekje. Dit keer niet met de rug naar mij toe gebogen over een dode koe maar met en glinsterend wit gezicht naar mij gericht met ogen die iedere millimeter die ik bewoog in zich opnamen en misschien wel een moord beraamden. Geen dode koe maar een dood mens…
“Je hoeft niet bang te zijn.” zei Myra wiens ogen het trillen van mijn lichaam niet was ontgaan. Maar het maakte me niet minder bang, in elke film was die zin de ontknoping van iets verschrikkelijks. In mijn achterhoofd hoorde ik de achtergrondmuziek die bij deze scène zou passen. Die overtollige fantasie hielp me niet rustig door dit soort situaties heen te komen…
“Heb je serieus knoflook bij je?” lachte Myra. Ik stond nog minstens 10 meter van haar vandaan en schrok dat ze het ongepelde teentje knoflook kon ruiken wat diep in mijn jaszak was verstopt.
“Dat is dus 1 ding.” ging ze met kalme stem verder “Vampieren kunnen extreem goed ruiken, horen en zien.” Dat ontnam me een beetje angst maar alleen omdat ik me realiseerde dat als ze me op wilde eten dat wegrennen geen zin had. Ik ging langzaam dichter naar haar toe.
“Teentjes knoflook helpen niet, dat is een fabeltje. Net zoals het niet overdag kunnen leven.” Ik stond nu nog maar een meter van haar vandaan en kon de geur van haar ruiken. Een frisse geur die me deed denken aan de eerste lente briesjes. Een geur die het moeilijk maakte om bang voor haar te zijn. Ook was ze zelf geen millimeter verschoven waardoor het angstgevoel van een achtervolging tot de dood langzaam wegebde.
“Ik drink zelfs geen mensenbloed.” Voor het eerst sinds ik wist dat Myra een vampier was schraapte ik mijn keel en probeerde iets te zeggen. Heel zacht fluisterde ik.
“Je gaat mij niet leegzuigen?”
“Nee. Jij bent de enige die ik ooit mijn geheim heb verteld, tegen de regels van de vampier gemeenschap in. Ik zou niet meer zonder jou kunnen.” antwoordde ze serieus, niet geschokt van de angsten die ik had over het leegzuigen van mij.
“Er zijn vampieren die nog steeds mensen leegzuigen, maar meestal mensen die iets hebben misdaan. De rest van ons drinkt nepbloed. Lang leve de wetenschap!” grapte ze er achteraan. Toen ze mijn verbaasde blik zag verdween de lach van haar gezicht en ging weer serieus verder.
“Ik zal niet liegen tegen je Myra, vers bloed trekt ons wel maar de meesten van ons hebben ons er overheen leren zetten en weigeren mensen te doden. We moeten echter wel blijven eten anders kunnen we doorslaan en onze controle verliezen.” even was ze stil. Er ging een rilling over mijn rug bij de gedachte dat Myra nu haar controle zou verliezen en mij, tegen haar wil in, alsnog leeg zou zuigen. “Nep bloed smaakt ook niet zo goed als vers bloed, maar we weten niet meer beter. Het voedsel in de Middel-eeuwen was ook beter, maar daar heb jij geen last meer van.” Ik knikte stom verbaasd over de vergelijking tussen bloed en voedsel, maar voor hen was het hetzelfde.
“Hebben jullie het eeuwige leven?” vroeg ik, nu weer met mijn normale stem.
De blik in haar ogen werd in plaats van serieus nu droevig. Jammer dat ze misschien niet het eeuwige leven had zoals de prachtige eeuwige-liefdes-verhalen van tv.
“Jawel.” zei ze tot mijn grote verbazing. “Maar niets is erger.” Een lange stilte volgde en ik besloot dat we nog niet zo ver waren dat we het daar over zouden hebben.
“Zijn je ouders boos op je?” vroeg ik, nu zorgen makend niet over dat Myra me leeg zou zuigen maar dat haar ouders, omdat ze de regels van de vampier gemeenschap, whatever that may be, had overtreden, mij of Myra zouden willen ‘elimineren’.
“Ze weten het niet, maar waarschijnlijk komen ze er vanavond wel achter.”
“Wat is de straf voor het overtreden van de vampierregels?” vroeg ik, niet verbaasd dat er zoiets bestond als vampierregels, die moesten toch op de een of andere manier in toom worden gehouden.
“De dood.” Mijn adem stokte en er kwam een enorme brok in mijn keel. Had ze me dan toch in levensgevaar gebracht?
“Mijn ouders zouden jou nooit vermoorden, Anna.” legde ze uit. “Maar er zijn vampieren die ons ‘onder controle’ moeten houden. Als die erachter komen dat jij van ons bestaan weet dan…” even leek het alsof ze niet verder wilde gaan, alsof het te gruwelijk was.
“Dan willen ze me uit de weg ruimen.” maakte ik haar zin af.
“Nee, niet altijd. Alleen als jij ons verraad aan iemand anders.” Ik zuchtte.
“Dat zal ik nooit doen, niet alleen omdat er de doodstraf op staat, maar omdat je mij kunt vertrouwen.” ik wachtte even. “Ik ben je vriendin, Myra.”
Haar prachtig witte gezicht leek te stralen in het licht van de maan. Haar tanden werden ontbloot en voor het eerst zag ik de scherpe hoektanden die me bekend voorkwamen van tv. Ze zag dat ik daar even van schrok en deed haar mond dicht. Daarna deed ze hem weer open in een even grote glimlach en weg waren de tanden. Vragend keek ik haar aan.
“Als wij vampieren sterke emoties voelen, emoties die ons gedeeltelijk overnemen, verliezen we ook gedeeltelijk onze controle. Niks om bang voor te zijn maar dan lijken we gewoon meer op een vampier dan als we niks voelen. Daarom probeer ik ook zo onopvallend door school te komen en weinig mee te maken in het openbaar. Ik heb namelijk nog veel menselijke emoties voor een vampier en als iemand mijn hoektanden zou zien dan zou dat erg vervelend zijn.” Ik knikte.
“Heb je wel eens je controle bij iemand verloren omdat je emoties te sterk waren?” vroeg ik voorzichtig, hopend dat ik een te gevoelige vraag stelde.
“Dat zal ik je later vertellen, als je daar aan toe bent. Maar je hoeft niet bang voor me te zijn. Ik heb mijn emoties goed onder controle bij jou.” ze knipoogde en sprong van het hekje af. “Tijd om jou naar huis te brengen je hebt vast slaap nodig.” Ik merkte dat ik inderdaad heel moe was geworden en was blij dat ze me naar huis bracht want alleen had ik het niet gered. Achter op de fiets realizeerde ik me dat Myra geen enkele vorm van vermoeidheid uitte.
“Ben jij niet moe?” vroeg ik slaperig.
“Nee, ik hoef nooit te slapen. Wel rusten, maar niet zo vaak als een mens.” antwoordde ze met sussende stem. Ik sloot mijn ogen en voor ik het wist waren we bij mijn huis. Ze zette mijn fiets in de schuur terwijl ik tegen de voordeur aan leunde, bang om om te vallen. In een flits stond ze weer naast me, of misschien leek alles wel snel omdat ik zo moe was. En voor het eerst gaf ze me een knuffel. Het was een warme knuffel hoewel Myra ijskoud bleek te zijn.
“Jij moet voortaan wat warmers aantrekken.” fluisterde ik in haar oor. Ze lachte en zei: “Grapjas. Wij hebben geen lichaamstemperatuur. We zijn eigenlijk dood.” Ik was te moe om hier nog langer over na te denken en bedankte haar voor het naar huis brengen en het vertrouwen in mij. Ik wenste haar een goede nacht en zij wenste mij welterusten. Lachend deed ik de deur achter me dicht en liep naar mijn kamer. Met kleren en al viel ik op bed neer en voor ik het wist sliep ik. Het was een rustige slaap zonder angstdromen en rillingen. Een gevoel alsof er altijd iemand over me waakte heerste in iedere gedachte.

Zoveel vragen als er beantwoord waren vandaag en nog steeds gold de regel:
Voor ieder antwoord komen alleen maar meer vragen terug, en zo zou het voorlopig wel blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten