Door de eerste zonnestralen die ’s ochtends mijn gezicht streelden werd ik wakker. Uitgerust en zo waar vrolijk. Een nacht lang in je kleren slapen maakt je wel muf dus ik besloot een frisse douche te nemen om mijn vrije dag goed te beginnen. Fluitend stond ik onder de douche en pas toen ik weer aangekleed in mijn kamer stond zag ik het briefje wat op mijn nachtkastje lag. Het was niet het briefje waarop stond dat Myra een vampier was, een woord wat me toen nog kippelvel had bezorgt. Het was een nieuw briefje, maar wel van Myra.
Ben mijn ouders snel achterna gereisd.
Kom zondag middag weer terug.
3 uur in het bos?
Het leek wel een telegram, maar meer was er ook niet nodig. Zondag middag zou ik pas weer met Myra kunnen praten en nu het gesprek van gisteravond weer helder in mijn hoofd werd nagespeeld kwamen er ook nieuwe vragen in me op. Zouden de ouders van Myra boos zijn op haar? Op mij? Hoe word je een vampier? Zou ze ooit haar controle verliezen bij mij in de buurt? Ik rilde bij de herinnering van de vlijmscherpe hoektanden die hadden geschitterd in het maanlicht. De hoektanden van een roofdier, klaar om een prooi aan stukken te scheuren. Zou ik ooit de prooi worden?
Ik had geen zin om de hele dag met angstgevoelens rond te lopen en bedacht me dat de enige die me antwoorden kon geven op dat gebied Myra was. Internet bood alleen de ‘sprookjes’ variant.
De rest van de dag ging gewoon zoals een normale zaterdag. Ontbijt, tv, huiswerk, tekenen. Het was prachtig weer dus uiteindelijk zat ik de hele middag in de zon in de woonkamer te tekenen. Niks bijzonders, gewoon bezig zijn in de warmte van de zon. Ik herinnerde me, voor het eerst sinds vanochtend weer wat van de vorige avond. Het koude lichaam van Myra. Het dode lichaam van Myra. Wat lijkt het me vreselijk om nooit meer warmte te voelen. Iedere lente als de koude winter net voorbij is geniet ik weer van de eerste zomerse geuren en kleuren die langzaam al het koude verdrijven. Maar het is niet alleen de geuren en de kleuren, het is ook altijd de wind die warmer en dikker aanvoelt. Als een warme deken ’s ochtends als je eigenlijk uit bed moet, maar dan eentje die blijft om je de hele dag te beschermen. Heerlijk vind ik het altijd.
Voor ik het wist lag ik weer in bed. Uitkijkend naar de volgende dag.
Het was net zulk mooi weer als gister bedacht ik me, toen ik op de fiets zat naar het bos toe. Ik was ruim op tijd maar ik kon niet wachten om meer over Myra te weten te komen.
Ik zette mijn fiets neer op dezelfde plek waar we vrijdag afscheid hadden genomen. Toen ik met het briefje dat in mijn hand brandde naar huis was gefietst. Het leek zo lang geleden…
Ik zag geen andere fiets dus ik ging op het bankje zitten waar in de zomer altijd een oud stelletje van de zon zat te genieten. Even sloot ik mijn ogen om me voor te stellen hoe dat zou zijn. Oud, maar samen, zonder zorgen met mooi weer blij zijn dat je nog van het weer kan genieten. Ik deed mijn ogen op en daar stond ze. Wit als altijd, in de schaduw van een grote boom.
“Hoi.” zei ze, alsof ze de normaalste zaak van de wereld was.
“Hoi.” zei ik terug, bevestigend dat ik haar de normaalste zaak van de wereld zou gaan vinden, maar ik kon me niet inhouden. “Ik dacht dat je tegen zonlicht kon.”
“Dat kan ik ook, maar het kost veel energie om in de directe zon te staan.” Ik keek haar vragend aan. Dat sloeg nergens op, ze hoefde niet te slapen, hoe kon iets dan energie kosten.
“Maar je hoeft niet te slapen.” zei ik, toen ze mijn vragende gezichtsuitdrukking niet direct kon ontcijferen.
“Nee, maar ik heb wel energie nodig om mijn emoties in bedwang te houden.” zei ze doodleuk.
“Moeten we dan niet een andere keer afspreken.” vroeg ik, een beetje bang voor wat er zou kunnen gebeuren als ze haar emoties niet meer in bedwang had.
“Ik ben een geoefend vampier, maar ik ben gewoon voorzichtig.”
Dat luchtte me enigszins op maar al snel verdween die opluchting weer toen ik dacht aan wat haar ouders van mij zouden vinden.
“Waren ze boos?” vroeg ik. “Je ouders?”
“Niet echt.. Maar er is iets wat je moet weten voordat je snapt hoe ze reageerden.”
Toen ik stil bleef, ging ze door.
“Kom mee, ik weet een plek in het bos waar niemand ons kan storen.”
Zwijgend liepen we door het bos. Na een tijdje gingen we van het pad af en als snel kwamen we bij een beekje. Ik was al tig keer in het bos geweest en nog nooit was ik dit beekje tegen gekomen. Het was prachtig. De zon scheen door de bomen heen die rond deze tijd van het jaar nog kaal waren en het licht werd weerkaatst door het water. Het geluid van het rustig kabbelende beekje zorgde voor een prachtige sfeer.
Myra ging zitten op een muurtje van stenen die perfect waren neergekomen aan de rand van het beekje. Een muurtje vormde een rugleuning en toen ik beter keek leek het net een bank van stenen die in de zomer precies in de schaduw zou staan van een reusachtige eik. Het beekje, de muurtjes, alles was perfect en nog nooit in al die 16 jaar had ik deze plek ontdekt.
“Wauw.” was het enige wat ik met een zucht uit kon brengen.
“Prachtig is het. Kom zitten.”
Langzaam liep ik naar het bankje en ging naast Myra zitten. Niet goed wetend waar ik heen moest kijken richtte ik mijn blik op het beekje wat me al snel tot rust maande.
“Het is een lang verhaal, over mijn familie.” Even was ze stil alsof ze op mijn goedkeuring wachtte. Ik knikte, alles in mij wilde weten wat ze me nu ging vertellen.
“Mijn familie, is niet mijn biologische familie zoals bij de meeste gezinnen. Mijn echte familie is al meer dan 50 jaar dood.” Even keek ik haar aan, niet wetend of ik het gek moest vinden of juist logisch dat haar biologische familie niet allemaal ook vampier waren. In Myra’s ogen zag ik de antwoorden en ik drufde niks te vragen bang de sfeer te verpesten. Myra nam een hap adem en begon te vertellen.
Myra’s familie verhaal.
Je wordt niet als vampier geboren, vampieren kunnen ook geen vampier kinderen voortbrengen. Vampier wordt je gemaakt. Zo is de kans ook erg klein dat een heel gezin tot vampier wordt gemuteerd, zoals we dat noemen.
Hoe je een vampier wordt is een ander verhaal, voor iedereen gaat het ook op een andere manier in een heel andere tijd.
Claire en Francis hebben elkaar ontmoet ruim een eeuw geleden. Beide waren alleen en wilde, met tegenstelling tot andere vampieren, liever op één plek blijven wonen. Dit is voor vampieren best moeilijk omdat ze niet ouder worden en in die tijd nog wel eens hun emoties de vrije loop lieten. Maar ondanks alle moeilijkheden waren ze vastbesloten dat ze het met zijn tweeën aan konden en ze lieten hun nomaden bestaan voor wat het was. Ze hebben samen jaren geoefend totdat ze al hun emoties onder controle hadden en zijn toen gaan studeren ergens in Italie. Claire werd lerares in de kunst en Francis in geschiedenis. Zo hebben ze het jaren volgehouden totdat ze merkten dat hun collega’s met pensioen gingen en zij er nog geen dag ouder uitzagen. Met pijn in hun hard zijn ze vertrokken en zo moesten ze toch nog regelmatig van huis veranderen. Tijdens een van hun reizen zijn ze mij tegen gekomen, als vampier en alleen, en me verteld over hun bestaan. Ze merkten aan me dat het alleen leven en nomaden bestaan niets voor mij was en dat ik na al die jaren wel toe was aan familie. Ze werden mijn ouders en ik blijf ze eeuwig dankbaar dat ze al die tijd en moeite hebben genomen mij te leren hoe ik mijn emoties moest beheersen en moest leven als een mens. Het was zwaar maar ik was het alleen leven zat en hun warmte sleepte me overal doorheen. Ik maakte geen vrienden want ik wist dat ik die niet zou kunnen houden, maar ik was blij dat ik een ‘gewoon’ leven kon leiden. Na een aantal jaar kwamen we Sebastiaan tegen die ons had opgezocht na een paar verhalen over onze manier van leven te hebben gehoord in de vampieren wereld. Hij wilde graag meedoen en leerde zonder moeite alles waar ik zo lang over had gedaan. Maar ik was blij dat ik een broer had die door dezelfde dingen ging als ik en qua uiterlijk ook in hetzelfde jaar van school kon zitten waardoor ik niet alleen naar school hoefde en mijn lunch stilletjes hoefde te eten. We waren totaal verschillend echter en Sebastiaan heeft geen moeite met afscheid nemen dus hij maakt geregeld nieuwe mensenvrienden en tegen de tijd dat we weer verhuizen neemt hij net zo vrolijk weer afscheid, houd een praatje over alles wat het leven te bieden heeft en beloofd ze contact te houden. Zodra hij op zijn nieuwe school is vergeet hij zijn oude vrienden. Voor mij was dat lastiger dus hoe fijn ik het ook vond een lotgenoot te hebben. Hij was niet echt een lotgenoot. Wel heeft hij een goed hard en zag de pijn die ik had iedere keer dat we vrienden moesten achterlaten. Toen hij op een keer een jaar op reis was, wat hij regelmatig doet omdat school soms erg saai wordt, kwam hij Edo tegen. Een heel erg jonge vampier die voor brugklasser door kan gaan maar ook voor 6e klasser. Hij dacht dat het voor mij wel fijn zou zijn om iemand te hebben die anders was dan hij en heeft Edo overgehaald om bij ons te komen wonen. Edo was al snel overgehaald en Sebas heeft heb alles zelf geleerd en toen pas mee terug genomen. Als cadeautje zeg maar. Ik was heel erg ontroerd en met Edo heb ik een geweldig goede band gekregen. We maken allebei meestal geen nieuwe vrienden en gaan samen van en naar school. Maar hij houd meer van de brugklas, dan hoef je niets te doen, en ik ben liever bij mijn leeftijdsgenoten, dus we zitten nooit bij elkaar in de klas. Maar buitenschooltijd deden we vanalles samen. Tot ik jou zag...
Zo zijn wij allemaal bij elkaar gekomen en lijken we een hele normale familie, alleen hebben wij gekozen voor ons gezin en zijn wij elkaar eeuwig dankbaar dat we met elkaar mogen wonen. Voor vampieren is het nog steeds niet zo normaal om zo samen te wonen zoals wij doen. Als vampieren al samen wonen is het met 2 of 3 voor de handigheid of omdat een van de twee net gemuteerd is door de ander. Heel af en toe komen we nog een soort gezin tegen maar nooit van groter dan 4. Dat komt omdat de anderen van onze soort hun emoties niet zo goed onder controle kunnen houden en daarom niet samen kunnen wonen vanwege het gevaar op ruzie. Dat zou namelijk betekenen dat je je lotgenootje vermoord zonder dat je er erg in hebt. Daarom kiezen de meeste er voor om geen lotgenoot te vinden en alleen een nomadisch bestaan te leven.
30.1.09
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
One small step for man,
BeantwoordenVerwijderenOne huge step for this blog..
(zwarte halfdoorzichtige-achtergrond achter een post (zoals achter je titel en beschrijving) lukttotnutoenogniet.. Zorry(A))